Het ziektedagboek van Dr. Antoni Brants

by Mickey Hoyle


  Kasteel ‘t Joppe, waar Dr. Antoni Brants woonde en zou sterven.
 
Deze week, wegens tijdgebrek een onderzoek in twee delen. Dr. Antoni Brants (Amsterdam, 12 februari 1805 – Gorssel, 27 november 1862) werd twee keer in zijn leven ziek, waarvan dagboekjes zijn bijgehouden door zijn verzorgster en zijn vrouw. Vandaag het eerste dagboekje, later deze week het vervolg dat onder andere uit een verslag bestaat met de omineuze titel Aantekeningen van onder andere E.M. Brants-Jordens met overpeinzingen over het leven, de ziekten en het overlijden van geliefden.
 

 
Huize ’t Joppe
 
Aanteekeningen van de ziekte van den Heer Dr. A. Brants van ’t Joppe door Mejufvrouw C.J. de Neijn van Hoogwerff.
 
25 October 1852 is de ongesteldheid begonnen want op eens kwam ZEd op een stormachtigen avond binnen loopen en had wat bloed opgegeven. Dr. Schummelketel is dadelijk gehaald en heeft Zed gelaten.
 
26 . Oct.
Het is vandaag iets beter met Mijnheer.
 
27 Oct.
Vandaag is dominé Coops getouwd, doch Mijnheer noch Mevrouw zijn naar de kerk geweest.
 
28. Oct
Alles hetzelfde en Mijnheer is vrolijk gestemd.
 
29. Oct
Mijnheer is treurig gestemd en toch iets beter.
 
30 en 31 Oct
Alles is hetzelfde. Wij zijn naar de famille Wilkens geweest. Mijnheer is niet mede gegaan.

 
Catharina Johanna van Hoogwerff (Den Haag, 4 september 1823 – Kroonstad, Oranje Vrijtaat, 11 januari 1880) was getrouwd met Dr. Schummelketel (Gieten, 18 oktober 1821 – ???), de Gorsselse geneesheer die aan huis kwam bij de familie Brants. Waarschijnlijk vervulde zij, als vrouw van de dokter, een verplegende functie, waarbij ook het bijhouden van het ziektedagboek hoorde.

Dagboeken waarin verslag werd gedaan van het verloop van iemands ziekte zijn niet in grote getalen aanwezig, doch ook niet uitzonderlijk. Meestal werd er echter zeer beknopt en zonder weinig uitweiding en emotie, zoals in het fragment hierboven, verslag gedaan van het verloop van een ziekte.

Dr. Antoni Brants was een in Amsterdam geboren natuurkundige die al vrij snel in het landgoed ’t Joppe, nabij Gorssel ging wonen, maar wegens zijn kleine erfdeel uit het familiekapitaal en de dure levensstijl van een landheer vroeg hij zich af of het wel zo verstandig was om daar te blijven wonen. Desalniettemin is hij er tot zijn dood blijven wonen., ook toen de kinderen het huis uit waren. In het dagboekje is door zijn vrouw ook een tweede ziekte vastgelegd.

Het dagboekje is te vinden in het Amsterdamse stadsarchief (Aanteekeningen van de ziekte van den Heer dr. A. Brants van Joppe door Mejufvrouw C.J. der Reijn van Hoogwerff over de jaren 1852 – 1854, met vervolg door E.M. Brants-Jordens, Stadsarchief Amsterdam, Archief van de Familie Brants, inventarisnummer 303 c) en wordt in latere archiefstukken vervolgd. Deze zullen later deze week op deze site verschijnen.